Onafscheidelijk – van oefenboot tot varend erfgoed

HOME / nieuws / Onafscheidelijk – van oefenboot tot varend erfgoed

Onderstaand verhaal is voor een deel al september 2022 in TORs nieuwsbrief Diginieuws verschenen onder de titel “Onafscheidelijk – een juweel met geschiedenis”. Voor de nieuwe leden en om het verhaal bij elkaar te houden vullen we het relaas aan met de restauratiefase. Bij het 40-jarig jubileum van TOR is nu zichtbaar en tastbaar in wat voor roeiboten we 40 jaar geleden op wedstrijden uitkwamen.

Door Siem Zwaard

Bijna alle boten waarin wij roeien zijn van kunststof. Maar in onze vloot tref je ook nog enkele houten boten aan, elk met een eigen geschiedenis. De Onafscheidelijk is er zo één. Gebouwd als wedstrijdboot, een “gladde” twee, die scullend als dubbeltwee geroeid kan worden, of boordroeiend als twee zonder stuurman. Op TOR roeien we in de Onafscheidelijk alleen als dubbeltwee.
Deze dubbeltwee, de enige houten gladde boot (dus geen brede C-boot) die we nog hebben, is begin jaren tachtig gebouwd door Raymond Sims in Nottingham. Er zijn meer botenbouwers in Engeland geweest, die Sims heetten. De bekendste is Raymonds broer George Sims, die een werf had in Putney, dat nu in London ligt; bij Putney Bridge, de plaats waar de jaarlijkse Boat Race tussen de universiteitsploegen van Oxford en Cambridge starten.

Bootbouw vroeger

Veel bootwerven ontstonden doordat professionele wedstrijdroeiers hun eigen boten ontwierpen en bouwden. Professioneel? Jazeker. De Thames kon je vroeger oversteken bij een paar bruggen, maar ook met een roeiboot. Je werd dan door de veerman tegen betaling naar de andere oever geroeid. Wie dat sneller deed dan een ander, kon daar meer geld voor vragen. Het was dus de sport om snel naar de andere oever te kunnen roeien en daarom gingen deze roeiers in de 19e eeuw onderling wedstrijdjes varen. Zoals ook vissers op zee al veel langer deden. Zo zijn de eerste wedstrijden op de Thames in London en op de Tyne in Newcastle ontstaan. En daarmee het wedstrijdroeien. Ook weer zo’n sport (een Engels woord!), waarvan de Engelsen claimen dat die in Engeland is ontstaan. Helemaal onzinnig is dat niet: wie wel eens de Head of the River Thames heeft gevaren, de roeiverenigingen langs de oevers heeft bezocht of in Henley is geweest, kan dat moeilijk ontkennen.
Echt efficiënt ingerichte werkplaatsen waren deze bootwerven niet. Als je de ruimte ziet waarin Raymonds broer George Sims zijn boten bouwde, is ons matciehok een paleis van overzichtelijkheid.


Toch waren het fantastische boten, die daar gemaakt werden. Het was allemaal handwerk en een secuur klusje. Zo’n boot moest net als tegenwoordig licht zijn en toch stevig, kaarsrecht en met zo weinig mogelijk waterweerstand. Ik herinner me nog dat we begin jaren zeventig bij roeivereniging Phocas in Nijmegen houten C-vieren bouwden en zowaar ook nog een gladde twee. Eerst moesten alle dwars- en lengtespanten op tafels uitgelijnd worden, zodat daar de huid (superdunne watervast verlijmde fineerlagen) overheen gespannen kon worden. Tijdrovend en gekmakend, maar ook prachtig. De gladde twee die we bij Phocas bouwden, was door zijn gewicht prima geschikt als oefenboot, maar het niveau van de echte vaklui bij Karlisch, VEB Berlin, Pirsch, Empacher, Stämpfli, Sims en Douglas konden wij toen uiteraard niet evenaren.


De bouwers van houten boten moesten geleidelijk het veld ruimen, toen kunststof boten (lichter en sneller, maar niet per se stijver) op de markt kwamen. Pirsch verdween en Karlisch in Möln, vlak bij het bekende Ratzeburg is voor mij nog slechts een mooie herinnering aan de intense houtgeur tijdens het uitzoeken van (houten) riemen voor Phocas. De Sims ruimden in 2010 het veld zoals ook vele anderen. In de race bleven Stämpfli, Empacher, Carl Douglas, Cantiere Navale Donoratico en diens buurman Filippi. Nieuwe bouwers kwamen op, zoals Hudson Boat Work, Australische bedrijven en Chinese bouwers zoals Swift.

Voor de lijstjesverslaafden onder ons: https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_rowing_boat_manufacturers.

Onafscheidelijk: Herstel nodig

De Onafscheidelijk is op enig moment bij TOR gekomen. Robert-Paul weet nog te vertellen, dat deze boot begin jaren tachtig nieuw was aangeschaft door de Amsterdamse roeivereniging R.I.C. voor Marc Emke, met wie hij toen soms in combinaties roeide. Marc was een Nederlandse toproeier (lichte categorie), die later in Nederland en Noorwegen werkte als bondscoach. Wie dit leest en zich nog iets herinnert uit de tijd dat de Onafscheidelijk naar TOR kwam, mag zich bij mij melden met informatie. Want zo’n boot repareren is bijzonder, maar daar hoort ook documentatie bij. Mijn zoektocht naar meer info gaat in ieder geval door en er schijnt nog een tweelingboot van onze Onafscheidelijk in Nederland te zijn.
De Onafscheidelijk namen we in reparatie omdat de huid bij de boeg zozeer beschadigd was, dat de boot uit de vaart moest worden genomen. Die huid is superdun, niet meer dan 1,2 mm. De reparatie met versterking van de huid moest van binnenuit plaatsvinden, dus moest het taftzeil eraf.

Matcie’s Boudewijn Gerritsen verwijdert voorzichtig het taftzeil van de Onafscheidelijk.

Als je iets hebt met houten boten en het vakmanschap dat daarin gestoken is, sta je te watertanden bij het zien van het spantwerk: Licht en toch sterk door precies de juiste ondersteuningsrichtingen; zoals we dat ook kennen we van gotische bouwwerken en allerlei natuurlijke bouwsels zoals botten.

Toen we dit juweel afpelden, besloten we als materiaalcommissie om de Onafscheidelijk eens goed onder handen te nemen. Het is zonde om zo’n boot even gauw-gauw te repareren. En het zou ook zonde zijn om er daarna niet (VOORZICHTIG) in te varen.

Spantwerk boegtaft; zo licht en dun en toch zo sterk.


Bij inspectie van de Onafscheidelijk bleek die nog in blakende gezondheid te verkeren, al waren er nogal wat aandachtpunten. Het spantwerk bleek na al die jaren op een paar plaatsen na nog uitzonderlijk goed verlijmd te zijn. Sommige andere onderdelen moesten goed worden vastgezet of aangepast. De oorspronkelijke riggers en voetenborden zaten er niet meer op. Het roertje (nodig voor boordroeien) is in de geschiedenis verloren gegaan, maar voor scullen is dat geen probleem. Er zou nieuw taftzeil op moeten komen, maar het aanbrengen daarvan is geen sinecure. De hele operatie zou waarschijnlijk tot in de winter gaan duren (edit: dachten we in 2022).

Als je het leuk vindt om eens rond te neuzen in de geschiedenis van het roeien in Nederland, hoef je je stoel niet uit. In het online Roeimuseum www.roeimuseum.nl kun je door de “zalen” ronddolen en zien hoe het er vroeger aan toeging. Zoals alles tegenwoordig, staat ook dit museum in de steigers, digitale uiteraard, en de “collectie” is nog lang niet compleet.
In Henley, waar anders, staat een echt en modern ingericht roeimuseum aan Mill Meadows, Henley on Thames, Oxfordshire.


Ruim twee en een half jaar later

Toen we aan de revisie wilden beginnen, kwam er iets tussen: De bouw van een nieuwe loods. De Onafscheidelijk en andere houten boten konden vanwege hun kwetsbaarheid niet gestald worden in de open lucht. Dus werden ze elders opgeslagen. En toen “O” weer terug was op TOR, waren er andere dringende spoedklussen. De kunststof boten en riemen hadden van de opslag in de open lucht veel te lijden gehad en moesten stuk voor stuk onder handen genomen worden.
In het tussendoor herstellen van de Onafscheidelijk ging bovendien heel wat werk zitten: alle spanten moesten worden gecheckt, zo nodig opnieuw vastgezet en alles moest goed in de lak worden gezet. Scheurtjes in de huid moesten hersteld en aan de binnenzijde worden versterkt met kunsthars. Ook moest de huid van nieuwe lagen lak worden voorzien op momenten dat er zoveel mogelijk stofvrij kon worden gewerkt.

Op een gegeven moment waren de riggers zoek, die er het laatst op hadden gezeten. Maar gelukkig konden de oude riggers van de allang opgeruimde Beyaert, na wat aanpassingen, worden gbruikt. De oorspronkelijke riggers zijn inmiddels teruggevonden en zullen later nog worden gemonteerd. Natuurlijk werden ook voetenborden, slidings, dollen, bankjes en dergelijke hersteld of vervangen.
Het spannendste klusje bewaarden we voor het laatst: Het aanbrengen van taftzeil over boeg- en hektaft. Ondergetekende had dat een halve eeuw geleden bij Phocas al een paar keer gedaan en beweerde dat vast nog wel te kunnen. De matcie-maten veronderstelden grappend, dat ik dat vast niet meer durfde en dat daarom de Onafscheidelijk maar niet afkwam.

Jeannette Nijenhuis brengt de naam opnieuw aan.

Gelukkig is er ook op YouTube nog een oud filmpje te zien, waarop zo’n zeil wordt aangebracht door de vaklui van botenbouwer Empacher met veel meer ervaring dan wij, amateurs: Construction of Racing Shells. Met onder andere het opbouwen van de huid met lagen fineer (1:06), aanbrengen taftzeil (9:47) en hoe riemen vroeger gemaakt werden (11:25). Voor de liefhebbers: Zoek op YouTube eens met de trefwoorden Flat water, racing shell, Carl Douglas, Stämpfli, Empacher.

Hierdoor geïnspireerd hebben Boudewijn Gerritsen en ondergetekende, geholpen door onze nieuwste matcieleden Annelies Simons en Thomas Welvaart op 26 maart het zeil op het hektaft (waar de slag op uitkijkt) aangebracht; en een week later volgde het zeil aan de kant van de boeg. Het is daarbij als met het maken van stoelen en het aangaan van de relaties: De tweede lukt vaak beter dan de eerste.
Gekozen is voor doorzichtig PVC-taftzeil van 0,3 mm dik. Net zo stevig als klassiek ondoorzichtig zeil en het mooie ervan: Je ziet de houten spantconstructie in het taft. Het oog wil ook wat.

Op de foto’s gemaakt door Thomas Welvaart zie je hoe dat in zijn werk ging.

Nog zonder riggers en taftzeil.

Leuke oefening voor teambuilding: na aanbrengen van dubbelzijdig plakband langs de randen van het taftje houdt Annelies het zeil vrij van de randen. Siem vouwt het zeil zo strak mogelijk rond de randen en Boudewijn drukt het direct daarna tegen het plakband, terwijl Thomas de boot stabiel houdt. Daarna was het tijd voor high-fives en een rondedansje.
Het zeil hangt nog over de rand van het taftje en moet worden bijgesneden. Dat gaat op TOR natuurlijk niet zonder uitvoerig overleg.
Het bijgesneden taftzeil (dubbelzijdig plakband nog zichtbaar) wordt geïnspecteerd.
Annelies plakt vervolgens extra tape over de rand van het taftzeil en de boothuid.
Het zeil is zo dubbel bevestigd.
Een week later wordt ook het boegtaft overdekt en bijgesneden.
Bijna klaar, het zonnetje werkt mee en alleen de boegbal moet er nog op.
Opnieuw gedoopt ter gelegenheid van TOR’s 40-jarig jubileum.


De Onafscheidelijk ligt nu weer vaarklaar in de loods: Eerste gangpad links achteraan, en heeft daar passend gezelschap van die andere schitterende houten boot: De Porulan, met houten taftdek, gebouwd door Carl Douglas (VK), een van de laatste bouwers van houten raceroeiboten (zie Building The Boat – Carl Douglas Racing Shells).

Ik kreeg inmiddels vragen of zulk taftzeil niet erg kwetsbaar is. Ja, dat is het, maar niet meer dan het ondoorzichtig taftzeil dat er eerder op zat. Er zit niets anders op dan er voorzichtig mee omspringen.
Het bestuur zal nog beslissen hoe en door wie er in gevaren mag worden. De Onafscheidelijk (roeiersgewicht 62 – 77 kg) is niet een museumstuk voor in een vitrine en ook niet zomaar ‘weer een houten oefenboot’, maar varend erfgoed. Het resultaat van een berg gezelligheid, geduld, inbreng van uiteenlopende know-how en discussies, die in koffie werden gesmoord.


Siem Zwaard, materiaalcommissie, 22 september 2022 en 17 april 2025

10 Een week later - IMG_0262

meer nieuws

logo-tor-placeholder

Beperkt roeien in het weekend van 17 en 18 mei

Op zaterdag 17 en zondag 18 mei 2025 organiseert D.R.V....
Roeiboten op de Watersportbaan Tilburg tijdens de Oktoberregatta 2024 van TOR.

Save the Date: lustrumtoertocht naar Oirschot!

In het kader van ons 8e lustrum gaan we op zondag...
10 Een week later - IMG_0262

Onafscheidelijk – van oefenboot tot varend erfgoed

Onderstaand verhaal is voor een deel al september 2022 in...